De medewerkers van Stichting Dierenhospitaal en Ambulancedienst ‘s Gravenhage e.o. krijgen in deze periode honderden telefoontjes per dag over jonge vogels.
De vogeltjes lijken hulpeloos, maar schijn bedriegt. Daarom roept de dierenambulance mensen op om niet te snel naar de telefoon te grijpen als ze een jong vogeltje zien.
Anouk Korporaal van de Dierenambulance Den Haag vertelt: “Het voorjaar is het seizoen van de jonge vogels. Je herkent het aan het op- en aanvliegen van ouders en het gepiep van de kleintjes in het nest.”
Als je een jong vogeltje vindt, wil je natuurlijk direct helpen, maar dat is lang niet altijd nodig. Anouk: “Wij adviseren om jonge vogels zoveel mogelijk met rust te laten. Tenzij het diertje gewond is natuurlijk. Een jonge vogel heeft de beste overlevingskansen wanneer zijn ouders hem grootbrengen. Jonge vogels leren vliegen vanaf de grond. De vogelouders houden het jong goed in de gaten en voeren het ook op de grond. Binnen vijf dagen zal het zelf kunnen vliegen.”
Is het jong nog donzig of (bijna) kaal, dan is het te vroeg uit het nest gevallen. Probeer in dit geval het nest te lokaliseren en plaats het jong terug. Anouk: “Mensen denken vaak dat vogels niet meer terug komen als je hun jongen hebt aangeraakt. Maar vogels zijn niet geurgericht. Ze maken zich wel zorgen als u in de buurt bent, dus neem zo snel mogelijk weer afstand.”
Reigers, ooievaars, zwaluwen en roofvogels leren niet vliegen vanaf de grond, maar vanuit hun nest. Wanneer je een van deze vogels op de grond vindt, bel dan het vogelasiel of de dierenambulance voor advies en hulp. Voor andere jonge vogels geldt: grijp alleen in als het dier gewond of helemaal doorweekt is, als het nest stuk is of als het jong al een hele dag niet meer is gevoerd door de ouders.