De gemeente sluit het vorige jaar, en daarmee de raadsperiode, met een positief en beter dan verwacht financieel resultaat af.
Er is hard gewerkt om de stijging van de uitgaven aan jeugdzorg op een verantwoorde wijze in te dammen en er was leegstand van plekken voor zwaardere jeugdzorg. Ook was het Rijk genereuzer dan verwacht als het ging om coronasteun.
Jan-Willem Rouwendal, wethouder financiën: “Vorig jaar dachten we nog dat we op beide terreinen met grotere tekorten te maken zouden hebben. Met inzet van de ambtenaren en hulp van het Rijk, valt het uiteindelijk mee. De incidentele impuls voor jeugd van het Rijk was hard nodig en zeer welkom. We hopen natuurlijk dat de steun ook na 2026 blijft.”
Het college ging de afgelopen vier jaar voor behoedzaam financieel beleid zonder dat de maatschappelijke infrastructuur aangetast werd. Daardoor is steeds kritisch gekeken naar extra uitgaven, maar bleven ook de sociale en maatschappelijke voorzieningen overeind.
Rouwendal: “In het begin hebben we wel financiële tekorten geaccepteerd. Dat durfden we, omdat we voldoende reserves hebben. We zijn blij dat we over de gehele collegeperiode bezien slechts een beperkt beroep op de reserves hebben hoeven doen. Dit beleid gaf ons ook de lucht om tijdens de coronacrisis ruimhartig te opereren.”
