De regio Hoeksche Waard heeft het zelf gestelde doel voor duurzame elektriciteitsopwekking vijf jaar eerder behaald dan oorspronkelijk gepland. In plaats van in 2030, is de mijlpaal van 0,476 terawattuur al in 2025 bereikt. Dit cijfer omvat de elektriciteit die wordt opgewekt via windparken, zonneparken en grote zonnedaken in het gebied. De doelstelling maakt deel uit van de Regionale Energiestrategie (RES), waarin publieke en private partijen samenwerken aan de energietransitie.
De realisatie van deze doelstelling is het resultaat van gezamenlijke inspanningen van verschillende partijen. Naast de gemeente Hoeksche Waard waren ook de provincie Zuid-Holland, het waterschap, woningcorporatie HW Wonen, netbeheerder Stedin, maatschappelijke organisaties, ontwikkelaars en lokale ondernemers betrokken. Door een combinatie van beleidsmaatregelen, investeringen en lokaal draagvlak is de beoogde hoeveelheid duurzame elektriciteit ruimschoots op tijd gerealiseerd.
Een belangrijk moment in het traject was de ingebruikname van windpark Oude Mol en de installatie van nieuwe zonnedaken begin 2025. Hiermee werd het resterende deel van de doelstelling ingevuld. De gezamenlijke aanpak van lokale en regionale partijen speelde een cruciale rol in het behalen van het resultaat.
De RES-regio Hoeksche Waard maakt deel uit van het landelijke RES-programma dat voortkomt uit het Klimaatakkoord. Binnen deze strategie werken overheden, netbeheerders, woningcorporaties en andere organisaties samen aan de overgang naar duurzame energie en het terugdringen van het gebruik van aardgas. In Hoeksche Waard wordt ingezet op zowel opwek van elektriciteit als toekomstige verduurzaming van warmtevoorziening, mobiliteit en landbouw.
Hoewel de doelstelling voor duurzame elektriciteit nu is gehaald, zijn er nog andere grote uitdagingen. De energietransitie vraagt om verdere investeringen in infrastructuur en een nauwkeurige afstemming tussen lokale opwek en vraag. De betrokken partijen benadrukken dat het succes van de samenwerking hen motiveert om ook de volgende stappen gezamenlijk op te pakken. De focus ligt nu op een integrale aanpak waarin verschillende aspecten van de energietransitie met elkaar verbonden blijven.