Tijdens de Provinciale Statenvergadering van 2 februari pleitte CDA-Statenlid Moniek van Sandick dat er in bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden met nestgeluid van afgemeerde schepen – ofwel geluid van onder andere draaiende generatoren – bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.
Al langere tijd pleit het CDA voor bescherming van de ruimte voor het bedrijfsleven, wat ook geraakt wordt door de woningbouwambities. Zo ook in het Rijnmondgebied. Eén van de problemen is het nestgeluid van schepen. Wanneer schepen aan de kade liggen, blijven motoren draaien. “Dat geluid geeft veel overlast, maar is niet meegenomen in het geluidsplafond van de maritieme sector,” aldus Van Sandick. “De omgevingswet heeft dit rechtgezet, maar de wet is nog niet aangenomen. Bovendien staat hierin dat dit geluidsplafond pas in werking treedt, wanneer de gemeenten haar omgevingsplannen aanpassen met betrekking tot het nestgeluid. En dat laatste kan nog een hele tijd duren.”
Het CDA wil daarom dat Zuid-Holland – met haar grote maritieme sector én haar grote woningbouwambitie – in haar verordening opneemt dat er hier wél rekening mee wordt gehouden. Ook omwille van een gezonde leefomgeving voor de toekomstige bewoners van woningbouwprojecten in relatie tot de havenindustrie die we al eeuwen in Zuid-Holland hebben. Van Sandick: “Op deze manier voorkomen we dat de woningen onvoldoende geïsoleerd worden of dat huizen te dicht bij de maritieme industrie kunnen worden gebouwd.”
Het CDA diende daarom een amendement in – samen met de VVD, CU/SGP en GL – waardoor een gemeente vanaf nu rekening moet houden met dit nestgeluid bij besluiten over woningbouw en andere geluidsgevoelige functies. Het amendement werd met grote meerderheid aangenomen.
