Het is een van de meest bijzondere natuurmomenten van het jaar; de vogeltrek is in volle gang. Dat betekent dat miljoenen vogels ‘on the move’ zijn. Voor wie denkt dat de vogeltrek alleen in natuur- of buitengebieden plaatsvindt, heeft het mis. Ook in en rondom Den Haag is van alles gaande, ziet boswachter Natascha Hokke van Natuurmonumenten.
Wanneer het kouder wordt, trekken vogels die van warmte houden naar het zuiden. Boswachter Natascha Hokke van Natuurmonumenten werkt in de polders rondom Rotterdam, zij vertelt: “Eerder dit jaar zagen we al de grutto en de gierzwaluw vertrekken. Verschillende soorten ganzen en eenden overwinteren juist in Nederland. Ze komen vanuit Siberië en andere Arctische gebieden naar ons land om de snijdende kou van het hoge noorden te ontlopen. En toen ik van de week door de stad fietste, vlogen er ’s avonds duizenden koperwieken over. Gewoon boven het centrum van de stad.“ Nederland ligt voor een groot deel op de migratieroute en daarom kunnen bijzondere soorten ook tijdelijk neerstrijken in ons land. Andere vogelsoorten schuiven als het ware op. Wist je bijvoorbeeld dat de roodborstjes die je nu in je tuin ziet uit het noorden komen? Een deel van ‘onze’ roodborstjes zijn zuidelijker getrokken.
Wat de vogeltrek zo bijzonder maakt is de manier hoe vogels hun weg vinden. Vogels hebben een ingebouwd kompas waarvan nog niet duidelijk is hoe deze precies werkt. De jongere generatie vertrouwt volledig op dit kompas bij hun eerste trek. Oudere vogels gebruiken bijvoorbeeld ook de kustlijn, rivieren en meren als navigatie naast dit kompas. Wanneer de vogels precies vertrekken, hangt af van hoe gunstig de omstandigheden zijn. Als er opklaringen zijn en er een lekker rugwindje staat, besluiten veel vogelsoorten dat het tijd is om de hort op te gaan. Sommige vogels rusten tijdens hun trek uit – in bijvoorbeeld Nederland – maar andere soorten kunnen in een keer wel duizenden kilometers vliegen zonder te landen.