“Het is net een week te laat”, verzuchtten diverse deelnemers aan de jaarlijkse tuinvlindertelling van De Vlinderstichting, die afgelopen weekend plaatsvond. Want in de weken voor de telling vlogen er heel wat meer vlinders. Toch zijn er nog 73.224 vlinders waargenomen in drie dagen.
Dat er in dit weekend wat minder vlinders vlogen, was niet zo erg, het is geen wedstrijd. Het gaat om een momentopname: in het hele land worden in hetzelfde weekend de vlinders in tuinen geteld. Door de tuintelling zien we hoe het gaat met de vlinders in stad en dorp.
Het leek nog even spannend te worden welke vlinder op nummer 1 zou eindigen. De week voor de telling was de dagpauwoog veel waargenomen, maar de aantallen namen snel af. Ondertussen kwam de kleine vos langzaam tevoorschijn. Maar de dagpauwoog stond al snel bovenaan in de telling en daar is hij ook gebleven. Met ruim 16.700 exemplaren steekt hij met kop en schouders boven de rest uit. Op de tweede plek is de nummer 1 van vorig jaar geëindigd, de atalanta, en op nummer 3 het klein koolwitje. De kleine vos liet het dit weekend wat afweten en belandde uiteindelijk op de vijfde plek.