Burgemeester Marja Van Bijsterveldt-Vliegenthart heeft aangekondigd dat zij haar ambt in Delft per 2 september 2025 zal neerleggen. Deze beslissing maakte ze aan het eind van de gemeenteraadsvergadering bekend. Van Bijsterveldt beschrijft haar vertrek als een weloverwogen keuze, waarbij persoonlijke redenen en het verlangen naar meer tijd voor haar gezin een belangrijke rol spelen.
Na een carrière van bijna 35 jaar in het openbaar bestuur, waarvan negen jaar als burgemeester van Delft, merkt Van Bijsterveldt dat ze klaar is voor een nieuw hoofdstuk. Ondanks haar sterke verbondenheid met de stad, gaf ze aan dat de intensiteit van haar functie—met werkweken van vaak 60 tot 80 uur—een tol heeft geëist. Nu haar echtgenoot met pensioen is en er kleinkinderen zijn, is het voor haar tijd om een stap terug te doen en ruimte te maken voor haar persoonlijke leven.
Met deze vroege aankondiging krijgt de gemeente Delft ruim de gelegenheid om tijdig een opvolger aan te stellen. Dit zorgt ervoor dat de nieuwe burgemeester al goed ingewerkt kan zijn voordat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden en een nieuwe gemeenteraad aantreedt. Dit geeft de opvolger de mogelijkheid om zich in te werken in de dynamiek van de stad en haar inwoners.
Van Bijsterveldt sprak haar dankbaarheid uit voor het vertrouwen dat zij de afgelopen jaren van de gemeenteraad en de inwoners van Delft heeft mogen ervaren. Ze beloofde zich het komende jaar nog volledig in te zetten om het vertrouwen in haar functie waar te maken en de overgang voor haar opvolger soepel te laten verlopen.
Het besluit om te stoppen nam Van Bijsterveldt in nauw overleg met commissaris van de Koning Wouter Kolff. Hij zal op korte termijn de voorbereidingen starten voor het benoemingsproces van een nieuwe burgemeester. In samenwerking met de fractievoorzitters wordt dit proces begeleid om een opvolger te vinden die de verbinding met de stad voortzet en zich inzet voor de belangen van Delft en haar inwoners.
Van Bijsterveldts vertrek markeert het einde van een lange, intensieve periode in het openbaar bestuur, waarbij haar betrokkenheid en inzet voor de stad centraal hebben gestaan. Haar opvolger zal een stevige basis overnemen en krijgt de kans om het werk in dezelfde geest voort te zetten en door te bouwen op de band die zij met de Delftenaren heeft opgebouwd.