De gemeente Den Haag werkt aan de oprichting van een publiek warmtebedrijf. Samen met Energie Beheer Nederland (EBN) en NetVerder wil de stad woningen en gebouwen voorzien van duurzame warmte, die betaalbaar en betrouwbaar is. Daarmee zet de gemeente een belangrijke stap in de overstap van aardgas naar alternatieve energiebronnen.
Het voorstel, dat ter goedkeuring aan de gemeenteraad is voorgelegd, sluit aan bij landelijke plannen voor de warmtetransitie. De toekomstige Wet collectieve warmte bepaalt dat warmtebedrijven grotendeels in publieke handen moeten zijn. Den Haag wil daarom als mede-eigenaar optreden, naast EBN en NetVerder, zodat het zeggenschap krijgt over onder andere de locatie van het warmtenet, de keuze voor duurzame warmtebronnen en de manier waarop bewoners worden betrokken.
Als de plannen doorgaan, kan het publieke warmtebedrijf de komende tien jaar 24.000 woningen in Den Haag aansluiten op een warmtenet. Dat betekent dat veel huishoudens stapsgewijs van het aardgas af kunnen. In veel wijken geldt het warmtenet als de meest geschikte oplossing, mede doordat het collectief wordt aangelegd en onderhouden. Inwoners krijgen daarbij te maken met transparante tarieven en duidelijke afspraken over vaste en variabele kosten.
Het college benadrukt dat energie geen luxe mag zijn. Door als gemeente mede-eigenaar te worden, wil Den Haag meer invloed uitoefenen op betaalbaarheid en duurzaamheid. Tegelijkertijd blijven bewonersinitiatieven welkom; bewoners kunnen hun eigen warmteoplossingen blijven ontwikkelen en krijgen daar ondersteuning bij van de gemeente.
De landelijke overheid speelt een belangrijke rol in het slagen van het project. Er is wetgeving in voorbereiding die ervoor moet zorgen dat tarieven eerlijk blijven en dat investeringen in warmtenetten financieel haalbaar zijn. Onderdeel daarvan is een waarborgfonds, waardoor publieke warmtebedrijven tegen lage rente kunnen lenen. Ook worden subsidies voorbereid voor inwoners die hun woning moeten aanpassen voor aansluiting op het net.
Zolang deze randvoorwaarden niet wettelijk zijn geregeld, blijft het college terughoudend met investeringen. EBN kan bovendien alleen toetreden als de wet wordt aangenomen en het door de minister officieel wordt aangewezen als nationale partner in de warmtevoorziening. De gemeente zelf heeft alvast 30 miljoen euro gereserveerd voor het opstarten van het warmtebedrijf. In de komende maanden wordt het plan verder uitgewerkt, waarna een definitief besluit volgt.
