Ondernemers, overheden, onderzoekers en maatschappelijke organisaties kwamen bijeen in het Provinciehuis in Den Haag om stil te staan bij vijf jaar samenwerking binnen het Vernieuwersnetwerk Natuurlijke Reststromen. Deze bijeenkomst vormde een moment om terug te blikken én vooruit te kijken naar de volgende fase in de circulaire transitie, waarin reststromen niet langer als afval maar als grondstof worden gezien.
De provincie Zuid-Holland gaf in 2020 het startsein voor het Vernieuwersnetwerk. Sindsdien groeit het netwerk van betrokken partijen die zich richten op het benutten van natuurlijke reststromen, zoals bermmaaisel en bagger. Deze stromen worden nu nog vaak gecomposteerd of verbrand, maar binnen de nieuwe aanpak krijgen ze een functie als bouwmateriaal of bodemverbeteraar. Door gezamenlijk te werken aan innovatie, ketensamenwerking en beleidstoepassing, zijn in de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet.
Een nieuw hoofdstuk in deze ontwikkeling werd ingeluid met de ondertekening van de uitvoeringsagenda van de GreenHub Zuid-Holland. Vertegenwoordigers van drie gemeenten, een hoogheemraadschap, de provincie en diverse ondernemers verbonden zich hiermee aan concrete vervolgacties. De GreenHub moet bijdragen aan een structurele benutting van groenafval als waardevolle grondstof.
Tijdens de bijeenkomst werd ook aandacht besteed aan de resultaten van doorbraakprojecten. Voorbeelden zijn het circulair verwerken van baggerspecie en het toepassen van bermmaaisel in nieuwe producten. Uit een evaluatie van kennisinstituut DRIFT blijkt dat de aanpak van Zuid-Holland effectief is. De provincie speelt niet alleen een faciliterende rol, maar fungeert ook als actieve partner in het proces.
In diverse werksessies werkten deelnemers ideeën uit om de beweging verder te versterken. Belangrijke thema’s waren opschaling, samenwerking en het borgen van succesvolle projecten in beleid en uitvoering. De oproep aan alle betrokkenen luidde om deze gezamenlijke inzet voort te zetten, zodat circulair denken en doen blijvend verankerd wordt in het handelen van organisaties.
Met deze aanpak laat Zuid-Holland zien dat natuurlijke reststromen niet het einde van een keten vormen, maar juist het begin kunnen zijn van iets nieuws. De komende jaren staat het benutten van deze kansen centraal in de verdere ontwikkeling van een circulaire economie.

 
				 
                     
                    