Cultuurcentrum Amare in Den Haag krijgt de komende jaren jaarlijks één miljoen euro extra subsidie van de gemeente. Een meerderheid van de gemeenteraad steunt dit voorstel, ondanks kritiek van enkele oppositiepartijen. Met deze verhoging kan Amare onder andere de programmering in de Nieuwe Kerk voortzetten, waar kamermuziek, koorconcerten en orgelbespelingen plaatsvinden. Ook blijft de programmering binnen Amare zelf, inclusief het gratis toegankelijke ‘Open Amare’, gewaarborgd.
De subsidieaanpassing, die bovenop de huidige bijdrage van 6,9 miljoen euro komt, wordt officieel besproken bij de begrotingsbehandeling in november. De één miljoen euro is verdeeld over verschillende posten: zeven ton voor algemene steun, twee ton voor de programmering van de Nieuwe Kerk en één ton voor het onderhoud van de parketvloeren. Dit onderhoud bleek onverwachts niet te vallen onder het oorspronkelijke contract met aannemerscombinatie Cadanz, wat tot extra kosten leidde.
De raadscommissie samenleving liet vorige week weten dat een meerderheid van de partijen het eens is met de verhoging. Onder de voorstanders bevinden zich zowel collegepartijen zoals D66, PvdA en GroenLinks als oppositiepartijen zoals VVD en Hart voor Den Haag. Volgens wethouder Saskia Bruines (D66, cultuur) is deze extra subsidie noodzakelijk om Amare verder te laten groeien. Ze wijst hierbij op aanbevelingen van verschillende commissies die de gemeente adviseerden meer geld te investeren in het cultuurcentrum.
Niet iedereen is echter enthousiast over de plannen. Partijen zoals de SP, HSP en CU/SGP voelden zich overrompeld door de structurele verhoging van de subsidie. De extra miljoen werd eerder dit jaar namelijk verstrekt als noodsteun, maar wordt nu opeens een vast onderdeel van de begroting. SP-fractievoorzitter Lesley Arp uitte haar onvrede door te stellen dat de raad onder druk wordt gezet door de lobby van Amare. CU/SGP-raadslid Judith Klokkenburg noemde het voorstel zelfs een ‘wensenlijstje van Amare’. Deze partijen wilden eerst een debat over het publieke belang van het cultuurcentrum, wat ook door een enquêtecommissie als belangrijk werd gezien.
Volgens wethouder Bruines is dat publieke belang echter al goed omschreven. In een notitie van dertien pagina’s legt ze uit dat Amare als ontmoetingsplek en inspiratiebron dient, met een divers aanbod aan concerten, voorstellingen en educatieve activiteiten. Bovendien biedt het onderdak aan instellingen zoals het Residentie Orkest, het Nederlands Dans Theater en het Koninklijk Conservatorium, die volgens Bruines een belangrijke rol spelen in het culturele ecosysteem van Den Haag.
Wat de oppositie vooral stoorde, was dat in hetzelfde document werd vermeld wat er zou verdwijnen als de extra subsidie niet wordt toegekend. Zo zouden laagdrempelige activiteiten zoals ‘Open Amare’ worden geschrapt, waar juist veel waarde aan wordt gehecht. Vooral de HSP vond dit ongepast en sprak van chantage. Ondanks de verdeeldheid over de subsidie, was er wel lof vanuit de hele commissie voor de bezoekersaantallen en de diverse activiteiten van Amare.
De discussie over de financiële situatie van Amare is echter nog niet voorbij. Een langslepend conflict met de Belastingdienst over een naheffing van ruim 12 miljoen euro aan BTW op de bouwkosten moet nog worden beslecht. Hoewel de gemeente deze zomer besloot het bedrag alvast te betalen om verdere rentekosten te voorkomen, is de uitkomst van de juridische strijd nog onzeker. De gemeente is bereid om, indien nodig, door te procederen tot de Hoge Raad of zelfs het Europese Hof.