Er zijn structurele oplossingen nodig voor groeiend aantal daklozen, zo concludeert de gemeente Den Haag. De afgelopen maanden zijn belangrijke stappen gezet om de problematiek rondom dakloosheid tegen te gaan. Er worden in Den Haag meer mensen opgevangen en er zijn meerdere veelbelovende initiatieven gestart.
Toch blijft het beroep op de maatschappelijke opvang in Den Haag stijgen. Dat schrijft wethouder Bert van Alphen.
Er komen meer opvangplekken bij en bijna alle opvangplekken in Den Haag hebben 24-uurs opvang. Zo heeft de gemeente de afgelopen periode extra opvangplekken voor alleenstaande moeders en zwangere vrouwen en meer woningen voor de opvang van gezinnen gerealiseerd.
In mei is een complete corona-zorglocatie voor dak- en thuislozen met quarantaineplekken gebouwd en in Bezuidenhout-West opent in november 2020 een permanente woonlocatie die in de plaats komt van de tijdelijke doorstroomvoorziening aan de Sportlaan.
“De beeldvorming rondom dakloosheid nog steeds veelal stigmatiserend. Ook tijdens de coronacrisis wordt er vaak negatief over dak- en thuislozen gesproken. Zij worden vaak als probleem ervaren. Gelukkig zijn er ook positieve ontwikkelingen. Zo hebben wij heel veel reacties van enthousiaste vrijwilligers gekregen op onze oproep om te helpen op de noodlocaties aan het begin van de coronacrisis. Ook het burger- en ondernemersinitiatief Doneer een Dorp is een hartverwarmend voorbeeld van de maatschappelijke betrokkenheid, waarbij mensen volledig belangeloos donaties doen voor mensen die geen huis boven hun hoofd hebben”, adlus wethouder Van Alphen.
Het ministerie van VWS heeft voor de periode 2020-2021 extra middelen ter beschikking gesteld voor de aanpak van de dakloosheid. Dit mede naar aanleiding van de brandbrief die de G4 vorig jaar aan de betrokken bewindslieden heeft gestuurd. Daarin stond dat grote steden de grens hebben bereikt om de problemen zelf op te lossen. De gemeente Den Haag krijgt € 16,2 mln van het Rijk. Deze bijdrage wil de gemeente met name gebruiken voor preventie, realiseren van extra woonplekken en beter gebruik van bestaand woonaanbod, optimaal gebruik van regelruimte en het tegengaan van dakloosheid onder jongeren.