De gemeente Den Haag betrekt inwoners actief bij de vraag hoe zij op andere warmtebronnen dan gas kunnen overstappen, maar de resultaten zien ze niet terug in besluiten of plannen. Dat leidt tot verwarring en frustratie. Als de gemeente duidelijker maakt welke invloed bewoners hebben en de participatie vooraf beter uitwerkt, kunnen er betere plannen worden gemaakt. Dat concludeert de Rekenkamer Den Haag na onderzoek naar de zogeheten “burgerparticipatie in de energietransitie”. Uit het onderzoek blijkt dat bewoners actief zijn benaderd en betrokken bij de energietransitie, bijvoorbeeld door met kraampjes bij winkelcentra te staan, gesprekken met bewoners te voeren tijdens wijkbijeenkomsten of uitleg te geven in buurthuizen. Daarnaast hebben bewonersgroepen van de gemeente ondersteuning gekregen als zij zelf aan de slag wilden met duurzame energie door bijvoorbeeld subsidie. Maar de rekenkamer ziet ook dat de gemeente zich niet goed heeft voorbereid. Zo was vooraf niet duidelijk waarvoor bewoners ideeën mochten aanleveren. Daardoor wisten ambtenaren niet goed wat ze met de ideeën moesten doen. Er wordt aanbevolen om de participatie beter voor te bereiden en uit te voeren. Ook zou de gemeente bewoners moeten laten zien wat met hun inbreng is gedaan. Den Haag heeft beterschap belooft.